zondag 14 augustus 2011

Tangkokosnoot......

Na het verlaten van Bunaken op 8 augustus, zijn we in Manado toch maar op zoek gegaan naar dokter. Tijns oor bleef zo af en toe opspelen en ook Chris kreeg steeds meer last. Na enig zoekwerk kwamen we terecht bij dokter Ronnie. Hij onderzocht de oren van vader en zoon met een cameraatje en wat we al dachten bleek te kloppen. Beiden hadden een oorontsteking. In Tijns andere oor zat nog een hele hoop zand, dus dat heeft hij er meteen maar uitgespoeld. Ik liet de antibiotica die we van thuis hadden meegenomen zien, en dokter Ronnie vond het een goed idee om die te nemen. We hadden ons dus het doktersbezoekje kunnen uitsparen, maar het voelt toch beter als je de bevestiging hebt van een echte medicus.
  
Na het doktersbezoek zetten we onze tocht voort richting het nationale park Tangkoko. We strijken neer in de homestay Mama Roos. We krijgen een erg sober hutje, maar er heerst wel een relaxte sfeer en de staf is erg aardig en behulpzaam. In de jungles van Tangkoko wonen de tarsiers. Deze spookdiertjes zijn zeldzaam, dus wilde we deze kans niet voorbij laten gaan en ze eens met eigen ogen gaan bekijken. Spookdiertjes zijn echter nachtdieren, dus zat er niets anders op dan een avondwandeling te maken.




Om vier uur vertrokken we, goed ingepakt en ingespoten met muggenspul, met onze gids Dion richting oerwoud. Na een wandeling van ongeveer anderhalf uur hadden we al heel wat vogels en insecten gezien. De tarsier leeft in holletjes in de bomen, en aangezien ze langere tijd in dezelfde boom huizen, weten de gidsen ze wel te vinden. We nestelen ons rond een boom, en wachten totdat de duisternis zijn intrede doet. We hebben geluk. Een van de twee spookdiertjes die in deze boom wonen, is nieuwsgierig en steekt al bij de schemer zijn hoofdje uit zijn holletje. Ik wist dat het kleine diertjes waren, maar zo klein…. Ze zijn zo
groot als een vuist, hebben ogen zo groot als schoteltjes, oren die niet veel kleiner zijn, een staartje twee keer zo lang als hun lichaam en aan elk vingertje een soort zuignapje met een nageltje. En ze zijn vreselijk schattig! Om de dieren niet te veel te storen mag er maar beperkt gefotografeerd worden. We doen ons uiterste best, maar het valt niet mee in het halfdonker zo’n klein beestje, boven in een boom, op de foto te krijgen.

Na onze geslaagde missie keren we terug huiswaarts. Maar onze gids heeft nog een toetje in petto. Als hij plotseling de zaklamp van de weg richting bomen beweegt, en ons met zijn handgebaren tot stilstand en zwijgen brengt, zien we de volgende nachtbraker…… Hij is pikzwart, zo groot als Chris’ hand, heeft acht behaarde poten en ziet er vreselijk eng uit! Ook de tarantula woont hier dus, in kleine holletjes in de bomen. Er loopt een rilling over mijn rug als ik me bedenk dat ik even daarvoor nog ontspannen op de grond had zitten wachten op de komst van het spookdiertje. Als Tijn nog dichterbij wilt gaan om de tarantula beter te kunnen zien, roept Dion hem terug. We mogen de gevarenfactor van dit harige monstertje niet onderschatten…..
Moe, bezweet, maar voldaan komen we terug in onze kamer. We overleggen met de kids of ze de volledige junglewandeling overdag ook zien zitten. En dat doen ze. Zodoende wordt de wekker de volgende dag op vijf uur gezet en vertrekken we om half zes weer richting het grote bos! En onze inspanningen worden beloond. We zien hoog in de bomen een slapende cuscus. Dit buideldiertje is familie van de koala, maar helaas ook een nachtdier dus niet erg actief overdag. Vervolgens treffen we een groep zwarte makaken, die zich niet erg druk lijken te maken over onze aanwezigheid. Ze komen zelfs uit de bomen en lopen enkele meters van ons vandaan voorbij. De waarschuwingen van de gids om rustig te blijven staan en er zeker niet achter aan te lopen nemen we zeer serieus want de tanden die ze ons in het voorbij lopen laten zien, zien er gevaarlijk uit….
Naast verschillende sunbirds, ijsvogels, pita’s en andere onbekende vogelsoorten zagen we ook een Sulawesische skops-uiltje (een vuist groot), dat eigenwijs bleef zitten voor de fotosessie en weigerde zich te laten wegjagen door een stelletje toeristen….En als klap op de vuurpijl streek er een grote hornbill (reuze-toekan) neer om het vrouwtje, dat in een spleet in de boom op het nest zat te broeden, te voeden. Alleen al het geluid van dit vliegende ruimteschip was indrukwekkend. Ongelooflijk hoe je met zo’n grote snavel je hoofd rechtop kunt houden en dan ook nog kunt vliegen…..

Ik hoef waarschijnlijk niet te vermelden dat de wandeling meer dan bevredigend was en dat de lunch die voor ons klaar stond bij terugkomst, meer dan smaakte!

Op donderdag 11 augustus hebben we Tangkoko weer verlaten. Op weg naar Tomohon zijn we gestopt bij het Tasikoki Wildlife Rescue Centre in Kema. Een totaal onbekende plaats, waar we heel toevallig iets over gelezen hadden. Maar de stop was de moeite waard. Het is een groot opvangcentrum voor dieren, te vergelijken met het Natuur Hulp Centrum in Opglabbeek. Alleen hebben ze hier uiteraard hele andere dieren. De meeste van deze wilde dieren werden ooit als huisdier gehouden of werden onderschept tijdens de illegale handel naar China. Het centrum wordt gerund door met name buitenlandse vrijwilligers. Onze gids, Rachel, komt uit Engeland en werkt hier voor een jaar. Ze geeft ons een rondleiding van meer dan twee uur en weet ons te raken met de trieste levensverhalen van de meeste dieren hier. Voor een aantal dieren is er de hoop ooit weer vrij te kunnen worden gelaten, maar voor anderen staat vast dat ze hier de rest van hun leven zullen moeten slijten. En de omstandigheden zijn verre van ideaal. Vanwege geld- en materialentekort voldoen de hokken bij lange niet aan de gewenste eisen…. Hoe hard de vrijwilligers ook hun best doen, het is vechten tegen de bierkaai. De Indonesische regering lijkt niet echt in te zitten met het wel en wee van deze dieren, en werkt om onbegrijpelijke redenen de rehabilitaties zelfs tegen.
We zagen onder andere krokodillen, schildpadden, verschillende papegaaisoorten en andere vogels, cuscussen, gibbons, makaken, Maleise zonberen en orang-oetangs. Alhoewel het bezoek eigenlijk een heel triest beeld gaf, deed het goed om te zien dat er toch nog veel mensen zijn die zich vrijwillig inzetten voor dit goede doel.
Op de weg terug naar de auto vroeg gids Rachel of we ook het guesthouse wilde zien. Trots leidde ze ons rond in de toren die naast een aantal prachtige slaapkamers, ook een hele mooie meditatieruimte en uitkijktoren had. Als we dit op voorhand geweten hadden, hadden we hier zeker een nachtje gelogeerd. Zeker toen we ook nog hoorden dat de kinderen van de gasten mogen helpen bij de verzorging van de dieren.

Maar helaas, onze taxi wachtte en we reden door. We maakten nog een stop in Air Madidi, waar we een pre-koloniale begraafplaats bezochten. Deze ‘waruga’ bestaat uit verticale graven, boven de grond. De overledene maakte zelf, al tijdens zijn leven, zijn eigen stenen graftombe, en versierde die naar wens. De kindergraven zijn zodoende niet versierd. De overledenen werden na hun dood in foetushouding in hun graf geplaatst, vergezeld van kostbaarheden en bezittingen. Helaas zijn de graven later allemaal geplunderd door de bezetters.

In de namiddag komen we aan in Tomohon. We checken in bij Ogong’s Palace en hebben een hutje met voornamelijk glazen muren, zodat we prachtig uitzicht hebben over de dichtbegroeide jungletuin. Een van de hoogte punten in dit stadje is de beklimming van de Mount Lokon, maar dat is vanwege de uitbarsting een paar weken geleden nu niet mogelijk. In de het dorp zelf merk je niets meer van de uitbarsting. Het enige wat nog zichtbaar is, is de grote rookpluim die nog steeds uit de krater komt en de rode vlaggen langs de helling, om aan te geven tot waar je mag komen.
Het kleine broertje van Mount Lokon, Gunung Mahawu, heeft zich niet wakker laten schudden door de uitbarsting van zijn broer en ligt er nog steeds even vredig bij. Daarom besluiten we de volgende dag deze berg te beklimmen en de kinderen een echte krater te laten zien. De microlet gooit ons er onder aan de berg uit en wij beginnen aan de anderhalf uur durende klim. Halverwege passeren ons auto’s, die blijkbaar door kunnen rijden tot slechts 10 minuten lopen van de top….. Maar sportief als we zijn doen wij het voet! Boven op de top hebben we mooi zicht op de krater, en twee bijna opgedroogde sulfaatpoelen. De eier-geur is er niet minder om…. Op de achtergrond ligt de Mount Lokon met zijn dampende, rokende krater….
De dreigende zwarte wolken zijn niet alleen afkomstig uit de krater. In de tussentijd hebben zich donkere regenwolken gevormd die tijdens onze afdaling openbreken. Aangezien we op de terugweg geen enkele auto meer tegenkomen, komen we tot op de onderbroek doorweekt aan in onze kamer…..

Zaterdag gingen we naar de markt. De markt in Tomohon is veelbesproken, zeker door toeristen. Dit komt omdat een deel van de Minahassa bevolking (= noord Sulawesi) als uitgangspunt hanteert dat je alles op vier poten kunt eten, behalve de tafels en de stoelen. En dat houdt in dat er op de markt een erge grote diversiteit aan vleesproducten wordt aangeboden. En als je daaraan toevoegt dat er ook nog ter plaatse geslacht wordt, hoef ik er verder geen woorden aan vuil te maken lijkt me. En het is natuurlijk heel dubbel om wel te accepteren dat er koeien-, varkens- of kippenvlees ligt, maar bijna over je nek te gaan als je slangen, vleermuizen, kikkers, ratten, apen en honden ziet liggen.
Ik besluit dan ook me met de kinderen alleen te begeven op het groente- en fruit gedeelte van de markt. Chris kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, en gaat toch even piepen…. Als ik even later met een marktkramer onderhandel over de prijs van een paar bananen, komen de kids aanlopen met de mededeling: “Kijk mam, daar liggen allemaal dode vleermuizen.” Gelukkig bleken ze er beiden niet koud of warm van te worden…..

Aangezien onze terugvlucht naar Bali op 16 augustus is, hebben we nog drie dagen te besteden in Sulawesi. Plannen hebben we nog niet. We doen waar we zin in hebben, en doen niet waar we geen zin in hebben. Wat is reizen toch heerlijk…….

6 opmerkingen:

  1. wat een prachtige foto's en wat een avontuurlijke verhalen, geweldig. Het is heerlijk dat we na het skypen nu nog even jullie verhalen met beelden kunnen aanschouwen. Ben blij dat de oren van de twee mannen weer genezen zijn en dat het leed weer geleden is. goede reis terug naar Bali en nog een paar fijne dagen op Sulawesi. Liefs omamaril
    p.s. extra kusje voor de gekneusde vingers van Tijn

    BeantwoordenVerwijderen
  2. lieve TCRJ, Het is heel anders als je het verhaal leest en de foto's bekijkt wanneer je het vlak van te voren al voor een deel gehoord en gezien hebt. Niettemin is het weer indrukwekkend. Ik vraag me af wat de kinderen zich daar later nog van kunnen herinneren; al die mensen, dieren, markten, wateren, parken, enz., enz. Nog heel veel rust en plezier. XXXX Hans

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hè lieve reizigers! Mooie dierenverhalen deze keer.
    Normaal ben ik wel van de toetjes maar die van jullie sla ik graag over.....geniet nog van Sulawesi en alvast goeie reis naar Bali. Duizend x-jes Daphne

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Niet alleen reizen maar ook jullie reisverslagen, foto's e.d.is heerlijk om iedere keer weer te lezen en te bekijken Ja,'n beetje mee genieten!He,Jaan en Tijn, jullie worden wel echte fotomodellen hoor, ziet er cool uit. Goede reis naar balie,knuffels MIeke

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Lieve Indonesiëgangers, Poeke en Pacco zijn te benijden. Die ervaringen neemt niemand ze meer af!
    Liefs uit Charneux

    BeantwoordenVerwijderen
  6. hoi Jaan, Tijn, Chris en rachel
    wij gaan vandaag naar Irrland in Duitsland. Daar gaan wij spelen en zwemmen want het word vandaag 25 graden.Jullie hebben mooie foto's.Zullen we nog eens afspreken als jullie terug zijn? Maar jullie komen natuurlijk eerst op mijn verjaardagsfeest.Jammer genoeg zijn wij al weer terug van onze vakantie in de Veluwe. Het was er heeeeeeeel leuk.

    zonnige groetjes Joes en ook van Loene en Saskia en Moos en Mauris en iet en jos.

    BeantwoordenVerwijderen